Roodborst oktober/november/december 2019
(Wil de Veer)

 

De roodborst (Erithacus rubecula)
Deze keer besteden we aandacht aan de roodborst. De betekenis van de wetenschappelijke naam Erithacus is onbekend! Het Latijnse woord rubecula betekent kleine rode.
Het is een zangvogel die behoort tot de familie van de vliegenvangers (Muscicapidae). Opvallend is dat de roodborst vroeger werd geschaard onder de familie Turidae (Lijsters). Oudere uitgaves van vogelgidsen vermelden inderdaad de familie Turidae.
Nederlandse volksnamen van de roodborst zijn o.a. Marialiester, roodbaard en winterroodbaartje (vanwege de zang in de winter).

Muscicapidae: Vliegenvangers. Meesta: kleine, insectenetende vogels; zeer variabel gekleurd, sommige fel en opvallend. Andere zeer onopvallend en vaal. Meestal in bomen en struiken levend. Sommige soorten hebben welluidende zang maar meestal hebben de meeste scherpe roepjes en monotone zang. Grote delen van Oude Wereld. (Michael Walters, Vogels van de wereld).

Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen is de roodborst beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van deze soort is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming (ingaande 1 januari 2017). Deze nieuwe wet vervangt drie wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet. Met één wet en minder regels wordt het makkelijker om de wet toe te passen.

De roodborst is beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Wet natuurbescherming. Voor deze soort zijn in Nederland geen Natura 2000-gebieden aangewezen.
De Staat van Instandhouding van de roodborst als broedvogel in Nederland is gunstig.
De Staat van Instandhouding van de roodborst als niet-broedvogel in Nederland is gunstig.


Herkenning
De roodborst is een compacte vogel, ongeveer 12,5-14 cm groot, met een spanwijdte van 26 centimeter en een gewicht van 19,5 gram.
Kleur is bruin met oranjerood “gezicht” oranjerode keel en borst; smalle gele vleugelstreep en dunne lange poten. Maakt een slanke indruk maar als de veren worden opgezet is de indruk rond en compact met een bolle kop.
Zang begint vaak met enkele hoge, ijle langgerekte noten waarna strofe daalt in toonhoogte en versnelt met snelle, parelende klanken. Zowel de man als de vrouw zingen, wat het onderscheid tussen beide geslachten moeilijk maakt.
Karakteristiek is de hoge tikkende alarmroep, niet te verwarren met de alarmroep van de winterkoning. Verschil zit hem voornamelijk in de snelheid van de tik.
Als voedsel komen in hoofdzaak in aanmerking insecten, slakken en wormen. Op voederplaatsen worden meelwormen en zaadjes gegeten.


Voorkomen
Aantal broedparen in Nederland*: 250.000-350.000 (2013-2015); 2750.000-375.000 (1998-2000).
De roodborst is een van de talrijkste voorkomende vogelsoorten in ons land. Het is een strikt territoriale soort, buiten de paar/broed tijd zelfs gescheiden naar sekse, die zijn territorium fel verdedigd.
De soort, hoewel veel voorkomend in steden en met name ‘s winters, is eigenlijk een uitgesproken bosvogel. Hoe meer bos, hoe meer roodborsten. Met forse pieken tijdens de doortrek in de winter zijn de aantallen hoger dan in de zomer.
Broedt in dichte bossen, zowel in loof- als naaldbos met dichte vegetatie maar ook in parken, heggen en tuinen doorgaans met open plekken. Nestelt in een holte in een boomstronk, tussen wortels van omgevallen bomen, klimop of in een lage, dichte struik. In stedelijk gebied ook in schuurtjes. Maakt ook gebruik van open nestkasten.
Zijn niet schuw maar wel argwanend. Bekend is dat de soort graag voedsel zoekt in pas omgewoelde of omgespitte aarde en ze worden dan vaak gezien vlakbij de persoon met de schop.
Tijdens strenge winters kunnen er veel slachtoffers vallen maar de soort herstelt zich hier snel van zodat het aantal weer snel toeneemt.


Broeden en nestelen
Broedt vanaf begint eind maart tot vroeg in april. Twee soms drie legsels.
Eieren: meestal 5-6, soms 3-9. De eieren zijn wit of zeer lichtblauw getint met spikkels en vlekjes van roze achtig geelbruin tot lichtbruin en de vorm is buikig, glad en niet glanzend.
Broedduur 12-15 dagen en alleen het vrouwtje broedt, gevoerd door het mannetje.
Het nest, gebouwd door het vrouwtje, is een omvangrijk komvormig bouwsel van dorre bladeren, gras en mos, bekleed met fijne wortel en haar. Zelden bekleedt met veertjes.
De jongen zitten 12-16 dagen in het nest en worden door beide ouders verzorgd. Mochten de legsels elkaar overlappen dan neemt het mannetje de zorg voor de jongen alleen voor zijn rekening.

 

 

Buiten broedtijd
Een deel van de Nederlandse populatie trekt weg richting Zuidwest-Europa. Vanuit Noordoost- en Oost-Europa trekken veel roodborsten naar ons land en een groot deel daarvan overwintert hier. De najaarstrek vindt plaats van half september tot eind oktober en de vogels die in ons land overwinterden vertrekken in de loop van maart/april weer naar hun broedgebied.

 

Verwacht effect klimaatverandering op vogels vastgesteld (bron Sovon)
Van sommige soorten vogels wordt verwacht dat ze achteruitgaan door effecten van klimaatveranderingen, en andere soorten juist vooruitgaan. Onderzoekers hebben nu aangetoond dat deze patronen daadwerkelijk plaatsvinden en zelfs goed voorspelbaar zijn voor het Noordelijk halfrond. Een internationaal team van wetenschappers, onder andere van Sovon Vogelonderzoek Nederland en de Radboud Universiteit Nijmegen, publiceerden hun resultaten op 1 april 2016 in het tijdschrift Science.

Conclusie
Het klimaat in Nederland verandert en die ontwikkeling zal zich de komende decennia voortzetten: we krijgen zachtere winters, warmere voorjaren en de kans op weersextremen (hevige regenbuien, storm) neemt toe. Dit heeft natuurlijk grote gevolgen voor vogels. Er kunnen problemen ontstaan als de timing van broeden verandert ten opzichte van de piek in voedselbeschikbaarheid.