Al drie decennia lang worden onder de titel bekentelling de waterminnende vogels geteld, telkens in het winterseizoen en ook telkens in een periode van 4 jaar achtereen waarna een rustperiode van zes jaar werd aangehouden.
Het telgebied was beperkt tot het grootste bekenstelsel van oost Noord-Brabant namelijk dat van de Dommel.

 

De doelstelling van de telling was:

  • Een beeld krijgen van de ornithologische waarde in de winterperiode, van alle wateren (beken, kanalen en plassen) die in het stroomgebied de Dommel liggen.
  • Het aantalverloop van de diverse vogelsoorten in dit stroomgebied chronologisch te volgen in de winterperiode.
  • De vogelverspreiding op en langs beek, kanalen en op plassen te bekijken en te vergelijken, zowel puur cartografisch als in samenhang met de plaatselijke omstandigheden (beekcategorie, landschaptype, milieu-invloeden, grondgebruik e.d.).

 

Het inventarisatiegebied bestond uit:

  • het bekenstelsel de Dommel, vanaf de Belgische grens tot aan ’s-Hertogenbosch.
  • het Wilelminakanaal van Tilburg tot in Son en Breugel.
  • het Beatrixkanaal.
  • de plassen c.q. zandafgravingen binnen het stroomgebied de Dommel.

 

Inmiddels zijn dus al veel telresultaten bekend en kunnen we bepaalde trends aangeven in de aantalontwikkelingen. Zo zijn er soorten die het zeer goed doen, soorten die ongeveer stabiel blijven en soorten die sterk achteruit gaan of zelfs verdwijnen.

Tot de soorten die zeer goed vooruit gingen in de periode van 1984 tot heden behoren de Aalscholver, Grauwe gans, IJsvogel, Krakeend, Kuifeend, Nijlgans, Rietgors en Stormmeeuw.

 

Behoorlijke achteruitgang zien we bij de Geelgors, Kramsvogel en Patrijs en nieuw in het beekdal zijn de Canadese gans, Grote gele kwikstaart, Grote zilverreiger en Middelste bonte specht. Van de laatste echter zijn er maar heel weinig waarnemingen. Een sterke verschuiving van beek naar plas was er te zien voor de Fuut, Tafeleend en Kuifeend.

 

Na de laatste telperiode van 2004-2008 is besloten de telling in deze vorm en opzet te stoppen.

 

Vanuit de VWG gingen er stemmen op om deze interessante tellingen toch voort te zetten en wel jaarlijks in de wintermaanden. Daarom wordt de telling nu gecontinueerd, met dezelfde handleiding als voorheen maar natuurlijk in afgeslankte vorm omdat het gebied beperkt blijft tot de Kempen en het aantal tellers bovendien flink is afgenomen. De tellingen vinden in principe plaats in het tweede weekend van november, januari en maart. Omdat er nu beken en plassen in ons gebied niet meer geteld worden is er altijd plaats voor nieuwe telgroepen. Vooral nu er veel aan de beken wordt gewerkt is het erg belangrijk om de gevolgen van die werkzaamheden te toetsen aan de vogelstand voor en na die veranderingen. Vandaar dat het goed is om deze, voor iedereen geschikte telling, voort te zetten. Handleiding, telformulieren en trajectkaarten kunt u aanvragen via de website. Ook geïnteresseerde nieuwe tellers kunnen zich bij hem aanmelden.